Fred Matser (65) is een van de Nederlandse filantropen die een flink deel van zijn vermogen aan goede doelen besteedt. „Ik heb niet zo veel behoefte aan een eigen zeiljacht.” Hij geeft jaarlijks minstens één miljoen euro weg. „Het leven bestaat uit geven en ontvangen. Ik heb in mijn leven al heel veel mogen ontvangen en ook kunnen geven. Mijn inspiratie en mijn liefde wil ik graag delen met anderen. Dat is eigenlijk mijn filosofie in twee zinnen.”
Bron: Dit interview is in Trouw gepubliceerd op 24 april 2010
Matser verkocht zestien jaar geleden het vastgoedbedrijf dat hij van zijn vader had geërfd en zocht al in de vroege jaren tachtig zijn eigen weg. Johan Matser BV had fortuin gemaakt met grote bouwprojecten, zoals Stadion Galgenwaard in Utrecht en winkelcentrum Hilvertshof in Hilversum. Eind jaren zestig, op 26-jarige leeftijd, nam zoon Fred het bedrijf met 150 werknemers over, maar hij kwam spoedig tot de slotsom dat zijn hart meer bij mensen dan bij vastgoed lag.
Een groot deel van Matsers miljoenen ligt sinds enkele jaren vast in een stichting, waaruit vele projecten en initiatieven over de hele wereld geld krijgen. „Ik heb veel geluk gehad in mijn leven”, zegt hij. „Dat geluk wil ik graag delen, inclusief mijn levenslessen. Op mijn beurt leer ik graag van de levenslessen van anderen.”Hij stond in 2009 op nummer vijf in de top-30 van filantropen in Nederland die het blad Miljonairs jaarlijks opstelt. Het interesseert hem niks. Matser werkt het liefst in anonimiteit. Hij wilde liever geen foto bij dit stukje.Het cliché ’geld maakt niet gelukkig’ geldt zeker voor hem. Geld wéggeven maakt Matser gelukkig. In 1996 richtte hij het StartFund op. Mensen met een inspirerend, vernieuwend en gedegen plan op het gebied van gezondheidszorg, maatschappelijk werk of milieu, die geen of weinig geld hebben, kunnen bij dit fonds aankloppen. Een project mag maximaal 100.000 euro kosten en daarvan betaalt het StartFund maximaal 20.000 euro. „De rest van de financiering moet de aanvrager van het project er binnen negen maanden zelf bij zoeken. Het werkt fantastisch. Zo worden mensen gestimuleerd om ook andere fondsen te zoeken. Ze kunnen zo hun talenten en eigen initiatieven ontwikkelen en dat ook weer bij anderen doen.” Tot dusver ondersteunde Matser vanuit de StartFund-kantoren in Nederland en New York in meer dan 50 landen 230 projecten. „Het zijn kleine projecten, om te voorkomen dat het te bureaucratisch wordt.” Het gaat om projecten op de Filippijnen, in Tanzania, maar ook in Barendrecht en Rosmalen.Het StartFund verwacht van de ontvangers niets terug. „Ik krijg natuurlijk heel vaak leuke briefjes van mensen die wij geld hebben gegeven. Maar vaak weten ze niet eens dat een deel van het geld van ons kwam. Dat hoeft ook niet. Ik hoop dat de ontvangers zelf gelukkiger worden. Wat dat betreft ben ik geïnspireerd door mijn vader, die was in stilte een hele grote gever.”
Bron: Dit interview is in Trouw gepubliceerd op 24 april 2010